• Door Lisanne
  • 23 december 2013

Patiëntcommunicatie: waarom zo moeilijk?

Drie jaar geleden is bij mij een allergietest gedaan. Zo’n plakkertest, je weet wel: drie dagen lang met allerlei plakkers op je rug met allerlei dingen eronder. De jeuk van de test was natuurlijk niet te houden, maar het was in ieder geval een teken dat er iets ‘werkte’. Dus na drie dagen ging ik vol goede moed weer terug naar de dermatoloog.

De diagnose was zo klaar als een klontje (er was namelijk maar één ding waar ik op reageerde en dat waren godzijdank niet mijn eigen inbrengen: de tennisbal, de hondenharen of het stukje van mijn gripje!): Kathon CG. 

http://djuzz.nl/wp-content/uploads/2013/12/Methylisothiazolinone.jpg

Wat?

Daar had ik werkelijk nog nooit van gehoord... Toen ik de dermatoloog vroeg wat dit dan was, zei ze dat het een conserveermiddel is dat veel in cosmetica en schoonmaakmiddelen wordt gebruikt en dat er voor zorgt dat die middeltjes lekker vloeibaar of smeerbaar blijven.

Patiëntcommunicatie: geef maar een standaardpapiertje met uitleg

Er werd mij verteld dat deze allergie weinig voorkomt (heb ik weer). Op de vraag waar de stof allemaal in zat, zei de dermatoloog mij dat ze dat niet zo wist en ik dat moest bekijken aan de hand van de labels op de producten. Wel kreeg ik een blaadje mee, wat duidelijk van internet af was gehaald, met daarop meer informatie (ahum). Ik hoefde niet lang te zoeken, want door Kathon CG te googlen, kwam dit blaadje als eerste hit naar boven.

Zoals je op de pagina kunt zien, kun je hier geen chocola van maken, tenzij je scheikundige bent. Dat is zeer frustrerend, want als patiënt wil je gewoon weten waar je nou allergisch voor bent (of wat voor behandeling je krijgt, of waar je medicijnen goed/slecht voor zijn etc.).

Bij goede patiëntcommunicatie is online research niet nodig

Kathon CG wordt blijkbaar op producten niet als zodanig aangeduid. Na lang zoeken en geen van mijn schoonheidsproducten gevonden te hebben die Kathon CG bevatten, ben ik gaan zoeken naar dingen die op het blaadje staan als “groepsverwante stoffen”, maar inmiddels wist ik ook dat er ook geen ingrediënten op een dergelijke manier genoteerd werden... Een beetje nadenken en ik kwam uit op “methylisothiazolinone”, “methylchloroisothiazolinone” en nog een paar andere varianten. Maar zover kwam ik dus pas, na mijn eigen mini-onderzoekje.

Waarom zo moeilijk?

Waarom zo moeilijk? Waarom heeft een dermatoloog geen lijst met gangbare benamingen van de stof in kwestie? Tenslotte is zo’n allergietest toch om dingen duidelijker te maken? Het wordt een stuk makkelijker als de stof waarvoor je allergisch bent in ieder geval op de producten kunt vinden...

Een paar dagen geleden las ik tot mijn grote schrik op nu.nl dat dermatologen waarschuwen voor een gevaarlijke stof in cosmetica. Blijkbaar is het nu niet zo zeldzaam meer. In dat artikel staat dat het probleem al langer bekend is, maar dat het nooit goed is gecommuniceerd en ik quote de quote: “We hebben ons onvoldoende gerealiseerd dat de consument dat niet weet.” #fail.

Kijk en daar komt Djuzz om de hoek kijken. Djuzz zorgt voor gezonde communicatie en maakt de vertaalslag tussen experts en patiënten. Tenslotte wil iedereen duidelijkheid als het om zijn gezondheid gaat!

Lisanne

Contact

Email: info@djuzz.nl
Close